Informatie voor ouders

Al vanaf heel jonge leeftijd ervaren kinderen emoties als boosheid, blijdschap en verdriet. Later leren kinderen deze emoties bij henzelf en bij anderen te herkennen en te benoemen. Ook moeten kinderen leren hoe ze hun emoties het beste kunnen uiten en hoe ze kunnen reageren op de emoties van anderen.

Voor het aangaan en onderhouden van vriendschappen is een goede sociaal-emotionele ontwikkeling heel belangrijk. Niet bij elk kind verloopt dit even soepel en vanzelfsprekend. Als achterstanden niet (tijdig) opgespoord worden, kan dit voor problemen in het dagelijks leven zorgen. Niet alleen in de kindertijd, maar zelfs tot in de volwassenheid.

 

Emotieweb: voor professionals én ouders
 

Als ouder van een kind dat doof/slechthorend is, of van een kind dat een taalontwikkelingsstoornis of een autismespectrumstoornis heeft, heeft u waarschijnlijk vaak vragen over de ontwikkeling van uw kind. Met behulp van Emotieweb kunnen professionals zoals orthopedagogen, psychologen en ambulant begeleiders de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind nauwlettend volgen.

Met de uitkomsten kan de professional zien op welke vlakken uw kind het goed doet en op welke vlakken er een andere ontwikkeling te zien is. Aan de hand daarvan kan de professional een plan opstellen om de sociaal-emotionele ontwikkeling zo goed mogelijk te stimuleren. Dit kan zijn via gerichte oefeningen die de professional met uw kind doet, maar wellicht krijgt u ook tips die u thuis kunt toepassen.

 

Wat gebeurt er met de gegevens?
 

De testgegevens van uw kind worden online ingevoerd in een beveiligd gedeelte van Emotieweb. Alleen de professional heeft hier toegang toe, anderen kunnen deze gegevens niet zien.

Emotieweb maakt gebruik van beveiligingscertificaten waardoor alle informatie die wordt ingevoerd, versleuteld verstuurd wordt. Bovendien worden alleen de initialen en de geboortedatum van uw kind ingevoerd, niet de volledige naam.

Voor onderzoeksdoeleinden kunnen de Universiteit Leiden en de NSDSK bepaalde gegevens opvragen en gebruiken voor wetenschappelijke rapportages. Rapportages gaan altijd over groepen kinderen, nooit over een individu. Gegevens die te herleiden zijn tot een individu zullen nooit aan derden vrijgegeven worden.